Een man heeft een bewonersparkeervergunning. Bij de aanvraag bewonersvergunning heeft hij destijds een verklaring van zijn werkgever bijgevoegd waar uit blijkt dat de auto op naam van de werkgever staat en dat de man deze voor zijn werk gebruikt. De man is dan ook niet blij wanneer hij in kort na elkaar twee naheffingsaanslagen ontvangt. Zijn bewonersvergunning blijkt te zijn ingetrokken omdat uit controle bleek dat het kenteken van de auto niet op zijn naam stond. Parkeren heeft de man hierover een aangetekende brief gezonden maar deze brief heeft de man nooit bereikt. De man wendt zich tot de ombudsman die een onderzoek instelt. Dan blijkt dat de parkeervergunning terecht is ingetrokken. De reden daarvan is dat de VOF van zijn werkgever is gewijzigd in een eenmanszaak. De man had wel recht op een parkeervergunning die op naam van de VOF stond, maar hij heeft geen recht op een parkeervergunning die nu op naam van zijn werkgever staat. De man begrijpt nu waarom de parkeervergunning is ingetrokken en gaat op zoek naar een oplossing. De ombudsman sluit het dossier.